Kinderen met motorische problemen hebben vaak verschillende variabele problemen, afhankelijk van de leeftijd van diagnose (zoals bij de meeste stoornissen bij kinderen).
- Jonge baby’s kunnen hypotonie (floppy baby) of hypertonie (stijve baby) vertonen.
- Oudere kinderen kunnen vertraging hebben met het vermogen om te zitten, staan of lopen.
- Peuters kunnen moeite hebben met zichzelf te voeden.
- Oudere kinderen kunnen het moeilijk vinden om een potlood of pen vast te houden, en gooien drinkglazen vaker dan normaal omver.
Kinderen met de aandoening op deze leeftijd hebben vaak problemen met fysieke activiteiten en met name met complexe motorische activiteiten zoals:
- Dansen
- Gymnastiek
- Zwemmen
- Vangen of het gooien van een bal
- Schrijven
- Tekenen
Deze personen kunnen meer blauwe plekken of oppervlakkige huid verwondingen hebben als gevolg van het feit dat ze “onhandig” zijn. Ze zijn vaak niet in staat om ruimtelijke afstanden in te schatten en hebben moeite met het afsluiten van kranen, het uitschakelen van apparaten en hebben moeite met het maken van puzzels of speelgoed.
Wanneer een arts te raadplegen
Kinderen met deze stoornis moeten zo vroeg mogelijk worden behandeld tegen secundaire complicaties zoals achterstand op school of sociale terugtrekking. Elke neurologische of motorische afwijkingen moeten volledig worden onderzocht, maar het is belangrijk om te onthouden dat verschillende kinderen zich normaal ontwikkelen in een verschillend tempo.
De overgrote meerderheid van de kinderen die niet willen lopen met 18 maanden oud zijn normaal, en slechts een zeer beperkt aantal worden gediagnosticeerd met echte motorische afwijking.
Motorische vaardigheden
Het is belangrijk te benadrukken dat niet iedereen geholpen kan worden met behulp van therapie bij kinderen met motorische vaardigheid stoornis. Het is ook belangrijk om te begrijpen dat, hoewel veel behandelingen worden aangeboden, deze niet rigoureus zijn getest en niet hebben bewezen effectief te zijn.
De meeste kinderen reageren in het algemeen wel op de multimodale behandeling. Hierbij werken een ergotherapeut en fysiotherapeut samen met het kind, vaak met de hulp van educatieve professionals in het gebruik van perceptuele motorische training technieken om de persoon te helpen om hun motorische onhandigheid te verbeteren.
Praktijk en herhaling zijn vaak nuttig in het verbeteren van handschriftherkenning, maar alternatieve methoden worden ook gebruikt.
Andere therapieën die zijn aanbevolen zijn cognitieve en sensorische integratie therapie en kinesthetische training.
Veel andere therapieën zijn aangeprezen als effectief, maar zijn niet voldoende onderzocht om aan te bevelen.
Het is belangrijk om de therapeutische opties te bespreken met je huisarts. Er zijn veel therapieën waarvan is aangetoond dat ze effectief zijn maar zijn nog niet volledig getest tijdens een voldoende grote studie.
Het bericht Motoriek bij Kinderen verscheen eerst op Gedragsproblemen.com.